-
1 Vorwand
Vorwand〈m.; Vorwand(e)s, Vorwände〉♦voorbeelden: -
2 voorwenden
1 [doen alsof] simuler2 [als excuus aanvoeren] prétexter♦voorbeelden:voorgewende verbazing • étonnement feintziekte voorwenden • simuler une maladie -
3 vorschützen
vorschützen1 voorwenden, als excuus aanvoeren -
4 zum Vorwand nehmen
zum Vorwand nehmen -
5 verontschuldiging
♦voorbeelden:1 iets te zijner verontschuldiging aanvoeren • avancer qc. pour s'excuserter verontschuldiging voerde hij aan … • à sa décharge, il a avancé …iets als verontschuldiging aanvoeren • avancer qc. comme excuse -
6 objecter
objecter (à) [obzĵektee]〈 werkwoord〉1 tegenwerpen (tegen) ⇒ aanvoeren (tegen), inbrengen (tegen)♦voorbeelden:on m'objectera que • men zal mij tegenwerpen dat
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Французский